Heb jij een eigen moestuin óf ben je van plan om binnenkort eentje aan te leggen? Lees dan vooral dit artikel met de stappen voor het creëeren van een eigen moestuin. Bij de aanleg én bij het onderhouden van een eigen moestuin komen soms best moeilijke termen om de hoek kijken. Wij leggen je graag uit wat deze termen precies inhouden zodat jouw moestuin straks vol staat met de heerlijkste groenten én fruit!
Moestuin-termen
- Onkruid: elke plantsoort kan als onkruid worden beschouwd. In de moestuin is onkruid te herkennen aan plantensoorten die je er niet zelf geplant hebt. De zaadjes van deze plantsoorten worden door de lucht of insecten naar jouw moestuin gebracht.
- Voedingsstoffen: Dankzij het proces van fotosynthese, kunnen planten met behulp van zonlicht een deel van hun voeding zelf produceren. De overige voedingsstoffen die een plant nodig heeft, worden uit de bodem gehaald door de wortels en naar het bovengrondse deel getransporteerd. Een tekort aan goede voeding, bijvoorbeeld de belangrijke bouwstoffen, kan zorgen voor slecht ontwikkelde en uiteindelijk zelfs afstervende planten.
- Vruchtgroenten: groenten waarvan, in tegenstelling tot de meeste andere groenten, de vruchten worden gegeten. Denk hierbij aan tomaten, komkommers, courgetten etc.
- Veelvraten: een ander woord voor vruchtgroenten. Worden ook wel zo genoemd omdat ze extra voeding nodig hebben.
- Kali (kalium): is een aangewezen bron voor groentegewassen, aardappelen en fruitbomen. Een onmisbaar voedingselement dat zorgt voor stevigheid en een goed transport van water en voedingsstoffen in de plant.
- Kalk: neutraliseert het zuur in de bodem en maakt grond kalkrijker. Kalk voorziet planten van twee belangrijke voedingsbestanddelen: calcium en magnesium. Wordt door veel planten makkelijk opgenomen.
- Tuinhark: gebruik je voor het egaliseren van de grond en aanharken van grind.
- Bladhark: gebruik je voor onkruid, blad en gras.
- Combihark: is een combinatie van een bladhark en een schep.
- Bedden: een langwerpige verhoging in de moestuin waar je in rijen de zaadjes inzaait. De bedden van gemiddeld 120 centimeter breed worden onderscheiden door paden van minstens 30 centimeter breed.
- Cultivator: een tuingereedschap met meerdere niet geveerde kromme tanden waarmee je de grond los maakt om onkruid te bestrijden.
- Snelgroeiers: zijn plantsoorten die over het algemeen eerder uitkomen dan de meeste andere planten. Je kunt ervoor kiezen om snelgroeiers later te planten.
- Uitgeplant: zaadjes in vollere grond planten.
- Insectengaas: een weefsel gemaakt van kunstvezel. Het gaas zorgt ervoor dat zelfs de kleinste insecten er niet doorheen kunnen komen.
- Halfschaduw: dat de plant maximaal 4 uur per dag in de volle zon mag staan en daarbuiten de voorkeur geeft aan (lichte) schaduw.
