Heb jij een struik of boom die nodig gesnoeid moet worden? En heb jij op onze snoeikalender al gecheckt of is dit hét moment daarvoor? Maar kom je er niet helemaal uit met termen als ‘ent’, ‘gestel-takken’, een ‘snoeiwond’ en ga zo maar door? Wij helpen je op weg met de meest voorkomende snoei-termen, zodat je precies weet wélk deel van de tak je moet snoeien.
Snoei-termen
- Gesteltakken: Een gesteltak is een hoofdtak van de boom. De gesteltak vormt zich op de plaats waar de stam van de boom gaat vertakken. Een boom bevat vaak meerdere gesteltakken.
- Ent: tak die op een stam van een andere plant groeit.
- Entplaats: de plaats waar ent en onderstam met elkaar verbonden zijn. De entplaats is later te herkennen aan een opvallende stamverdikking.
- Snoeiwond: een wond dit ontstaat in de stam van een boom tijdens het snoeien.
- Sapstroom: stroming bij zaadplanten, er bestaat een opwaartse, neerwaartse en radiale sapstroom.
- Opwaartse sapstroom: door de houtvaten stroomt water met daarin mineralen vanuit de wortels via de stengels omhoog naar de bladeren.
- Neerwaartse sapstroom: worden water en stoffen die de boom gemaakt heeft naar andere delen van de boom getransporteerd.
- Radiale sapstroom: sapstromen via merg stralen.
- Merg straal: verbinding tussen schors en merg van houtachtige stengel/
- Verhouten: houtachtig worden: een stengel verhout. Ook wel een verhoute stengel of het verhoute deel.
- Groene loof: zijn de bladeren aan een boom of plant, in de herfst valt het groene loof van de bomen.
- Dood hout: verzamelnaam voor afgestorven bomen of delen daarvan.
- Groei-impuls: een opwelling. Een moment waarop iets groter wordt, vindt plaats in bepaalde periode of op bepaald moment.
- Houtvaten: komen voor in planten. Met als functie het transport van water.
- Basvaten: vervoeren water en glucose van de bladeren naar alle delen van de plant. Liggen tegen de bast (schors) van de boom aan.
- Houtcellen (Cambium): is een weefsellaag in planten, vooral bekend van bomen en struiken. Begint met groeien in de top van de stengels.
- Centrale cilinder: het centrale deel van een plantenstengel en -wortel.
- Kurkbandjes: vormen een scheiding tussen schors en het centrale cilinder en zijn ondoorlaatbaar voor water.