Duinstra Melis Wooninspiratie

Blauweregen
Aantal keer snoeien: twee keer per jaar. Snoei eerst in januari-februari alle zijtakjes die uit de gesteltakken ontspringen tot op twee à drie knopjes terug. Daarna in april-mei zal je zien dat er uit de knoppen talloze bloemtrossen verschijnen.

Fruitbomen
Snoei fruitbomen, zoals appel- en perenbomen (pitvruchtbomen) rond februari, zolang het niet vriest en het droog weer is. Knip oude takken op ongeveer 10 centimeter vanaf de stam met een snoei- of takkenschaar.

Rozen
Snoei, vanaf de eerste week van maart, doorbloeiende rozen vijf millimeter boven een knop eraf. Pas op voor de scherpe dorens én gebruik altijd een scherpe snoeischaar.

Winterjasmijn
De winterjasmijn mag na de bloei in maart gesnoeid worden. Snoei de zijtakken terug tot op 5-10 cm, nét boven een gezonde knop.

Lavendel
De ‘hoofdsnoei’ vindt ieder jaar plaats in eind maart/begin april. Gebruik hiervoor een heggenschaar en neem ongeveer één derde van de plant terug, 10 tot 15 cm boven de grond. Zorg wel dat er altijd nog wat blad aan de takken blijft zitten, anders loopt de plant niet meer uit.

Boltrompetboom
Deze bijzondere boom mag één keer in de twee jaar in maart gesnoeid worden. Knip meteen na het aanplanten alle takken van de jonge boom terug tot op vijf centimeter boven de entplaats.

Caryopteris
Snoei de Caryopteris in maart grondig terug om een rijke bloei te stimuleren. Snoei hierbij alle groei van het vorige seizoen terug tot op 20 cm boven het verhoute deel van de struik.

Pluimhortensia
Hortensia’s zijn onder te verdelen in twee groepen: bloeiers op nieuwe knoppen en bloeiers op oude knoppen. Bloeiers op nieuwe knoppen snoei je in het vroege voorjaar. Knip de struiken van de planten tot 15 cm boven de grond af voor een mooie compacte plant óf knip alleen de bloem eraf zodat de plant groter wordt. Van de bloeiers op oude knoppen knip je na de winter (vóór 1 maart) de uitgebloeide bloemen weg vlak boven het bovenste paar dikke gezonde knoppen.

Leilinde
De Leilinde snoei je eens in de twee jaar in maart. Snoei alle knoppen en alle twijgen net voorbij de stam eraf. Laat de verdikking wel zitten en gebruik altijd scherp gereedschap, zodat er een vlakke snoeiwond ontstaat, die weer netjes overgroeit.

Vlinderstruik
Snoei de vlinderstruik vanaf half maart tot eind april gesnoeid worden tot op één of twee knoppen tot circa 30 cm boven de grond. In juni en augustus-oktober van hetzelfde jaar snoei je deze opnieuw.

Vaste planten als ridderspoor, vrouwenmantel, ooievaarsbeksoorten, klokjesbloem en korenbloem
In het voorjaar in maart, knip je oude delen van de vaste planten af met een haagschaar. Meer hoef je op dit moment niet te doen want de vaste planten staan op het punt te gaan bloeien.

Fruitbomen
Fruitbomen met vruchten zoals pruimen, kersen en perziken (steenvruchtbomen) kun je beter vlak na de bloei in april/mei of vlak na de pluk in augustus/september snoeien. De dikke takken mogen afgezaagd worden met een snoeizaag.

Buxus
De Buxus mag je twee keer per jaar snoeien. De eerste keer na half mei. Snoei de Buxus altijd op een bewolkte dag, hierdoor voorkom je dat de blaadjes verbranden. De Buxus snoei je met een goede schaar. Zorg dat je de deze tussendoor regelmatig schoonmaakt, er komen namelijk veel sappen uit de struik vrij wat de schaar minder scherp maakt.

Hagen
In de zomer krijgen hagen zoals Taxushaag en coniferen haag een nieuwe groei-impuls. Het is belangrijk om deze plant na half mei en in ieder geval vóór 21 juni te snoeien. De bovenkant van een haag knip je smaller dan de onderkant, zodat de hele haag genoeg zonlicht krijgt én er geen gaten in komen. Knip de takken aan de bovenkant weg om de hoogte te bepalen. Snoei een coniferen haag niet te diep terug. Hoe vaker je een haag snoeit, hoe dichter deze wordt.

Winterheide
De Winterheide mag na half mei gesnoeid worden. Je knipt het bovenste, derde deel eraf. Zorg dat je nog in het groene loof zit, en niet in het dode hout snoeit.

Beukenhaag- en haagdeuk
Snoei de beukenhaag en haagdeuk altijd vóór de langste dag van het jaar, dus altijd ergens eind juni. Ook voor deze planten geldt: snoeien tijdens een bewolkte dag.

Blauweregen
In juli-augustus snoei je de Blauweregen voor de tweede keer. Deze snoeibuurt vindt plaats na de bloei, alle zijtakjes tot op vijf à zes bladeren mogen nu teruggesnoeid worden.

Vaste planten als ridderspoor, vrouwenmantel, ooievaarsbeksoorten, klokjesbloem en korenbloem
Knip direct na de bloei de planten terug met een haagschaar. Je zult zien dat de planten dan opnieuw gaan uitlopen én nog belangrijker: bloemen maken. Knip de plant af op een hoogte van 10 cm boven de grond, zo komt het zonlicht weer op het jonge blad en staat het na 2 tot 3 weken weer volop in de bloei. Een vaste plant kan dan wel bloeien tot in oktober.

Een Ridderspoor snoei je op andere wijze. In plaats van terug knippen haal je de uitgebloeide bloemen eruit.

ABC-bomen
De ABC-bomen: Esdoorn (Acer), Berk (Betula) en Haagbeuk (Carpinus) mogen alleen tijdens de zomermaanden gesnoeid worden. Deze bomen gaan namelijk ‘bloeden’ als je ze in de wintermaanden kaal snoeit.

Buxus
Je snoeit de Buxus de tweede keer in eind augustus/begin september. Hoe vaker je de struik snoeit, hoe voller hij wordt.

Notenbomen
Het snoeien van een notenboom mag in de nazomer of in de winter. Knip allereerst kleinere takken af. Als de snoeiwond de volgende dag mooi is opgedroogd kun je gerust de rest van de boom snoeien. Maar als de wond de volgende dag nog vochtig blijft, is er nog te veel sapstroom en is de boom nog té actief om te gaan snoeien. Wacht dan tot de herfst- of wintermaanden.